Tab Realm

TAB by Song : 199978
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Tab List Area
1 Pages 1 Results

Liedje Van Jan Lied Van Jan by Miel Cools




                         Liedje Van Jan Lied Van Jan 






Tuning: E A D G B E
Capo: 2nd fret
Key: A

 
[Intro]
G       G
 
[Verse 1]
     G            G          C            G         G        Em         A7    D7
Geen ring om zijn poot, geen ring in zijn neus liep Jan zijn jeugd te genieten.
    G             G             C            G          G         Em      A    D7  G
Hij was nooit neerslachtig, hij was nooit nerveus, geen God, geen geld en geen grieten.
     C                   G             D7                   G
Zijn hart hing rustig en waterpas, hij wist niet dat er een erfzonde was
    F#7                        Bm              A7                 D7
tot hij 't plots merkte in die andere wei: die rundjes waren niet helemaal als hij.
    G         G7          C          G           Em           A7           D7           G    G
Hij werd zo onrustig, hij werd zo nerveus zonder ring om zijn poot, zonder ring in zijn neus.
 
[Verse 2]
     G              G         C       G           G      Em       A7    D7
Sindsdien stond hij dagenlang stom en stil het te kauwen en te herkauwen,
      G      G           C       G          G       Em       A D7  G
stond over gelijkheid en toch verschil allerlei theorieën te bou - wen.
  C                   G               D7                 G
Omdat hij stierke was en geen os liet hem de onrust geen uur meer los,
    F#7                            Bm              A7                      D7
tot hij door de haag sprong in die andere wei, hij wist wat hij wou en het maakte hem blij.
        G              G7           C      G            Em         A7           D7         G    G
Maar de boer vloekte: “Jan, je bent té ambitieus zonder ring om je poot, zonder ring in je neus.
 
[Verse 3]
    G               G      C    G         G          Em    A7    D7
Als straf voor zijn vroege zondeval stond Jan daarna ganse dagen
        G           G       C      G            G      Em    A D7  G
bij het erf aan een paal of in een stal boos te morren en te kla - gen.
    C                      G                   D7                  G
Hij voelde zich eenzaam, bekaaid en verkocht omdat wat hij wou nu opeens niet mocht.
    F#7                         Bm               A7                       D7
Hij rukte aan zijn ketting, hij brulde luid, hij wou naar de koetjes, hij wou er uit.
          G      G7       C           G            Em           A7            D7         G    G
Maar toen stak opeens een man als een reus hem een ring om zijn poot en een ring in zijn neus.
 
[Verse 4]
     G       G       C       G            G    Em         A7    D7
En opeens veranderde het allemaal, het is nauwelijks te geloven:
        G           G       C    G       G            Em      A D7  G
met die ring werden aanzien en moraal om Jan’s rechterpoot gescho - ven.
   C                      G              D7                     G
Er kwam veel bezoek op de boerderij, men riep dan om Jan en hij mocht er bij,
    F#7                         Bm                 A7                            D7
men bracht hem aan huis wat hij zo had gezocht met die ring mocht opeens wat voordien niet mocht. Maar hij
G             G7               C           G            Em           A7          D7           G    G
vond het niet prettig, ’t ging veel te serieus, met die ring om zijn poot en die ring in zijn neus.
 
[Verse 5]
      G       G       C      G              G      Em       A7    D7
Nu is Jan een logge bejaarde stier die zwartgallig staat te grazen,
    G      G          C      G           G         Em      A D7 G
een eigengereid en eenzelvig dier, een gevaar voor al zijn ba - zen.
     C                   G                 D7                          G
Soms gooit hij beurelend kluiten omhoog en staat dan weer stil met een traan in zijn oog,
    F#7                         Bm                 A7                          D7
dan denkt hij ontroerd aan zijn lentewei, want hij wordt al wat oud en ’t gaat al voorbij.
           G      G7             C              G            Em           A7          D7           G    G
Men zegt: “Jan is boos,” maar de braafste wordt geus met die ring om zijn poot en die ring in zijn neus.









---------------